Abstract
Inleiding
De NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 raadt aan om bij het behandelen van hyperglykemie rekening te houden
met leeftijd, diabetesduur en intensiteit van de bestaande behandeling. Ook voor hypertensie en dyslipidemie
wordt aangeraden de standaardwaarden voor de behandeldoelen (HbA1c, systolische bloeddruk en LDL-cholesterol)
aan te passen aan de individuele patiënt. Wij onderzochten de meerwaarde van deze benadering.
Methode
We voerden een transversaal observatieonderzoek uit op basis van routinegegevens uit het huisartsinformatiesysteem
van Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra. Daarin vergeleken we het percentage patiënten dat de
behandeldoelen bereikte op basis van individuele streefwaarden zoals aanbevolen in de NHG-Standaarden, met het
percentage dat de – striktere – standaardwaarden wist te halen.
Resultaten
Van de 890 geanalyseerde patiënten bereikte 31,8% de individuele streefwaarden en 24,8% de standaardwaarden.
Van de 70-plussers die naast metformine ook andere bloedglucoseverlagers gebruikten, bereikte 66,4% de individuele
streefwaarden en 39,1% de standaardwaarden voor HbA1c. Stelt men de bovengrens voor de systolische
bloeddruk bij 80-plussers op 160 in plaats van 140 mmHg, dan is bijna de helft van deze patiënten (45,6%) alsnog
te beschouwen als ‘goed ingesteld’. Volgt men de aangepaste criteria uit de NHG-Standaard voor LDL-cholesterol,
dan vervalt voor 5,2% van alle patiënten de indicatie voor primaire of secundaire preventie.
Conclusie
De NHG-Standaarden bieden een simpele en praktische strategie om voor individuele diabetespatiënten behandeldoelen
vast te stellen die minder strikt zijn dan de geldende standaardwaarden. Daarmee bespaart men een
aanzienlijk deel van de diabetespatiënten de nadelige efecten van een al te strikte regulatie van bloedglucose,
bloeddruk en cholesterol.
De NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 raadt aan om bij het behandelen van hyperglykemie rekening te houden
met leeftijd, diabetesduur en intensiteit van de bestaande behandeling. Ook voor hypertensie en dyslipidemie
wordt aangeraden de standaardwaarden voor de behandeldoelen (HbA1c, systolische bloeddruk en LDL-cholesterol)
aan te passen aan de individuele patiënt. Wij onderzochten de meerwaarde van deze benadering.
Methode
We voerden een transversaal observatieonderzoek uit op basis van routinegegevens uit het huisartsinformatiesysteem
van Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra. Daarin vergeleken we het percentage patiënten dat de
behandeldoelen bereikte op basis van individuele streefwaarden zoals aanbevolen in de NHG-Standaarden, met het
percentage dat de – striktere – standaardwaarden wist te halen.
Resultaten
Van de 890 geanalyseerde patiënten bereikte 31,8% de individuele streefwaarden en 24,8% de standaardwaarden.
Van de 70-plussers die naast metformine ook andere bloedglucoseverlagers gebruikten, bereikte 66,4% de individuele
streefwaarden en 39,1% de standaardwaarden voor HbA1c. Stelt men de bovengrens voor de systolische
bloeddruk bij 80-plussers op 160 in plaats van 140 mmHg, dan is bijna de helft van deze patiënten (45,6%) alsnog
te beschouwen als ‘goed ingesteld’. Volgt men de aangepaste criteria uit de NHG-Standaard voor LDL-cholesterol,
dan vervalt voor 5,2% van alle patiënten de indicatie voor primaire of secundaire preventie.
Conclusie
De NHG-Standaarden bieden een simpele en praktische strategie om voor individuele diabetespatiënten behandeldoelen
vast te stellen die minder strikt zijn dan de geldende standaardwaarden. Daarmee bespaart men een
aanzienlijk deel van de diabetespatiënten de nadelige efecten van een al te strikte regulatie van bloedglucose,
bloeddruk en cholesterol.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 16-19 |
Number of pages | 4 |
Journal | Huisarts en Wetenschap |
Volume | 61 |
Issue number | 1 |
DOIs | |
Publication status | Published - 1 Jan 2018 |