Abstract
De toekomst van kankerbehandeling ligt in 'opereren zonder snijden'. Dat zegt hoogleraar Interventieradiologie Maurice van den Bosch van het UMC Utrecht. Hij spreekt op 21 november zijn oratie uit bij de Universiteit Utrecht.
Nieuwe technologie verandert de behandeling van kanker in razend tempo. In het UMC Utrecht werken Van den Bosch en collega's aan drie nieuwe aanpakken. Het wegbranden van tumoren; lokale afgifte van chemotherapie; en tijdens bestralen real-time kijken waar de tumor zich precies bevindt.
Beeldgestuurde interventie
"Alle technieken hebben één ding gemeen", stelt Van den Bosch. "Met beelden kijken we waar de tumor precies in het lichaam zit. Daarna behandelen we alleen de tumor en sparen we het gezonde weefsel rondom de tumor. Hierdoor heeft de patiënt minder complicaties, ligt hij korter in het ziekenhuis en blijft de kwaliteit van leven groter."
Het wegbranden van de tumoren gebeurt via ultrageluid. Door geluidsgolven te bundelen is het mogelijk om van buitenaf weefsel of tumoren in het lichaam weg te branden. Het is dan niet meer nodig om het lichaam open te maken. Het UMC Utrecht behandelt op deze manier al goedaardige tumoren in de baarmoeder en is een onderzoek gestart naar de behandeling van borstkanker.
In de tweede onderzoekslijn proberen wetenschappers van het UMC Utrecht chemotherapie alleen aan de tumor toe te dienen en niet aan het hele lichaam. Bijwerkingen zoals misselijkheid, vermoeidheid en haaruitval zijn daardoor veel minder. Gestuurd via temperatuur geven bolletjes geladen met medicijnen bijvoorbeeld alleen in de lever hun lading af.
Als laatste omvat beeldgestuurde radiotherapie onder meer de bouw van een apparaat waarmee tumoren bestraald kunnen worden terwijl de patiënt in een MRI-scanner ligt. Onder deze benadering vallen ook radioactieve bolletjes waarmee het mogelijk is om levertumoren van binnen uit te bestralen.
Translated title of the contribution | Opereren zonder snijden |
---|---|
Original language | Dutch |
Place of Publication | Utrecht |
Publisher | University Medical Center Utrecht, University of Utrecht |
Number of pages | 36 |
Publication status | Published - 21 Nov 2011 |