Inzicht in het verkennen en monitoren van de persoonlijke waarden, wensen en behoeften van patiënten met uitgezaaide kanker door zorgverleners in het ziekenhuis, een kwalitatieve studie.

Inleiding: Het verkennen en monitoren van de persoonlijke waarden, wensen en behoeften van patiënten in de palliatieve fase door zorgverleners in het ziekenhuis is volgens het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg essentieel om passende palliatieve zorg te verlenen.
Onderzoeksvraag: Hoe vindt het verkennen en monitoren van de persoonlijke waarden, wensen en behoeften van patiënten met uitgezaaide kanker door zorgverleners in het ziekenhuis plaats in de dagelijkse praktijk?
Methoden: Van februari 2022 tot juli 2022 werd een generiek kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder zorgverleners. Verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten, arts-assistenten en medisch specialisten werkzaam bij een polikliniek van een academisch ziekenhuis werden benaderd voor deelname. Dataverzameling: 1) semigestructureerde interviews met behulp van een topiclist en/of 2) participerende observaties langs een observatieraamwerk. De ‘suprise question’ werd gebruikt om patiënten met uitgezaaide kanker aan wie professionals zorg verleenden te identificeren voor observaties. Data werden thematisch geanalyseerd, onafhankelijk door twee onderzoekers.
Resultaten: 11 zorgverleners, 33-64 jaar, waarvan 8 (73%) vrouwen, hebben deelgenomen. In totaal werden onder hen 13 observaties en zeven interviews uitgevoerd. Uitvoering van het verkennen en monitoren van waarden, wensen en behoeften hing af van de overtuigingen van zorgverleners. Deze overtuigingen kwamen voort uit hun persoonlijke waarden en hun opgedane werkervaring. Samenwerking in het ziekenhuis was van invloed. Bij het bespreken van waarden, wensen en behoeften werden drie thema’s geïdentificeerd: 1) het bieden van veiligheid, 2) het ondersteunen van medische besluitvorming en 3) het afstemmen over de inhoud en beleving van een gesprek. Het actief afstemmen van palliatieve zorg en behandeling op de waarden, wensen en behoeften van de patiënt werd beperkt waargenomen.
Conclusies: Hoewel iedere zorgverlener het verkennen en monitoren van de waarden, wensen en behoeften van de patiënt als belangrijk beschouwde, ontbrak een systematische aanpak in het bespreken van deze aspecten. Iedere zorgverlener acteerde op basis van persoonlijke waarden en werkervaring. Mogelijk benadeelt het ontbreken van het systematisch bespreken van waarden, wensen en behoeften de kwaliteit van palliatieve zorg voor patiënten met uitgezaaide kanker die behandeld worden in het ziekenhuis.
Aanbevelingen: Aanvullend kwalitatief onderzoek vanuit patiëntperspectief is nodig om hun verwachtingen, ervaringen en mogelijke verbeterpunten met betrekking tot het met zorgverleners bespreken van waarden, wensen en behoeften in kaart te brengen. Samen met de uitkomsten van deze studie biedt dit helderheid voor gerichte verbeteringen aan passende palliatieve zorg in het ziekenhuis.