Abstract
Inflammatoire darmziekten (IBD), zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa, zijn chronische ontstekingsziekten die gekenmerkt worden door opvlammingen, afgewisseld met periodes van remissie. Indien de ziekte langdurig bestaat en een groot gedeelte van de dikke darm betrokken is, bestaat er een verhoogd risico op het ontwikkelen van dikke darmkanker (colorectaal carcinoom, CRC). Indien er bij patiënten minimaal 8 jaar sprake is van IBD en ten minste 30% van het colon is aangedaan, wordt gestart met endoscopische surveillance. Het doel van deze surveillance is het opsporen en verwijderen van gebieden met dysplasie en CRC in een vroeg stadium om daarmee sterfte aan de gevolgen hiervan in deze patiëntgroep te verminderen.
In dit proefschrift wordt door middel van retrospectief en prospectief onderzoek de huidige manier van surveillance bij IBD-patiënten onderzocht, met als doel de risicostratificatie voor de individuele patiënt te kunnen verbeteren.
Er bestaan binnen de groep patiënten die in aanmerking komt voor surveillance spreiding in het individuele risico op CRC. Patiënten met zowel PSC als IBD hebben toegenomen risico om CRC te ontwikkelen. Bij patiënten bij wie reeds laaggradige dysplasie (LGD) is ontdekt, blijkt er ook een hogere incidentie van CRC te bestaan tijdens follow-up. Deze patiënten dienen dus intensieve surveillance te ondergaan. Ook bij patiënten met IBD die een colectomie hebben ondergaan, dient surveillance van een eventueel resterende rectumstomp te worden overwogen, met name bij hoog patiënten die eerder dysplasie hebben gehad. Patiënten bij wie twee achtereenvolgende coloscopieën zonder afwijkingen zijn verricht en geen andere risicofactoren hebben komen daarentegen in aanmerking voor minder intensieve surveillance.
Daarnaast is er behoefte aan minder invasieve manieren van screening, bijvoorbeeld met behulp van biomarkers in bloed of ontlasting. Een molecuul dat als mogelijke kan fungeren, microRNA, werd in dit proefschrift onderzocht. Hoewel er voor vijf microRNAs een verschil in expressie kon worden gedetecteerd, werden deze resultaten niet gevalideerd in een tweede onafhankelijke groep patiënten.
Doordat dysplastische laesies steeds beter te visualiseren zijn, neemt de kans op het succesvol verwijderen van dysplasie toe. Een van de aanbevelingen bij het endoscopisch verwijderen van dysplasie, is het nemen van biopten van de omliggende mucosa. Deze biopten hebben echter een lage opbrengst en geen verdere aantoonbare consequenties. Het routinematig afnemen van omgevingsbiopten dient dan ook te worden heroverwogen. Naast verbeteringen in het visualiseren van dysplasie, nemen ook de mogelijkheden met betrekking tot endoscopische resectietechnieken toe. Endoscopische verwijdering van grote laesies (>2cm) is in selecte gevallen een veilige manier is om chirurgische resectie te omzeilen of eventueel uit te stellen.
Original language | English |
---|---|
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 29 Oct 2019 |
Publisher | |
Publication status | Published - 29 Oct 2019 |
Keywords
- Inflammatory Bowel Disease
- Colitis
- Dysplasia
- Colorectal Cancer
- Surveillance Colonoscopy