De (on)zin van screening op kindermishandeling

Translated title of the contribution: The (non)sense of screening for child abuse

Maartje Schouten*, Elise van de Putte

*Corresponding author for this work

Research output: Contribution to journalArticleProfessional

1 Downloads (Pure)

Abstract

Kindermishandeling is een omvangrijk probleem, dat
huisartsen op huisartsenposten vaak niet herkennen.
Vroegtijdige signalering is echter belangrijk en daarom
heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in 2011
besloten om het gebruik van een signaleringsinstrument
voor kindermishandeling op huisartsenposten verplicht te
stellen. Ons onderzoek op huisartsenposten laat zien dat
de diagnostische waarde van het signaleringsinstrument
SPUTOVAMO-R2 voor kindermishandeling zeer beperkt
is. Wanneer de uitkomst positief is voor een vermoeden van
kindermishandeling, kan dit maar bij 8% van de gevallen
worden bevestigd. Tevens mist het instrument gevallen van
kindermishandeling: het spoort maar twee van de honderd
kinderen op die mishandeld worden. Een melding bij Veilig
Thuis (VT) beschouwt men als gouden standaard omdat
die uitkomst voor zowel positief als negatief gescreenden
voorhanden is. De klinische standaard voor het vaststellen
van kindermishandeling is het multidisciplinaire overleg.
Deze uitkomst kon alleen bij de positieven bepaald worden
en was bij 22% positief. Het instrument SPUTOVAMO kan
helpen artsen bewuster te maken van de mogelijkheid van
kindermishandeling, maar is niet geschikt als diagnostisch
instrumentTran
Translated title of the contributionThe (non)sense of screening for child abuse
Original languageDutch
Pages (from-to)30-34
Number of pages5
JournalHuisarts en Wetenschap
Volume61
Issue number1
DOIs
Publication statusPublished - Jan 2018

Cite this