Abstract
Achtergrond: Ondanks grote vooruitgang in de vrouwenemancipatie zijn vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd op de hoogste academische posities.
Doel: In kaart brengen van 1. percentage vrouwelijke psychiater-hoogleraren binnen de psychiatrie verbonden aan een universitair medisch centrum (UMC); 2. de toename van vrouwelijke psychiater-hoogleraren over de jaren in relatie tot het aantal vrouwelijke psychiaters, en 3. een prognose schetsen voor de toekomst.
Methode: Beschrijvend onderzoek met data vanuit de NVvP en de Nederlandse UMC’s waarbij onderzoeksvragen werden beantwoord met descriptieve analyses, correlatieberekeningen met pearsoncorrelatiecoëfficient en groepsvergelijkingen met een dubbelzijdige t-toets. De resultaten werden grafisch weergegeven.
Resultaten: Van de groep van 40 psychiater-hoogleraren in UMC’s waren 14 vrouw (35%) en 26 man (65%). In een voorzichtige prognose zou het percentage vrouwelijke hoogleraren stijgen naar 43% in 2030. De gemiddelde leeftijd ten tijde van de benoeming van geïncludeerde mannelijke hoogleraren was 46,3 jaar (SD 5,4) ten opzichte van 48,9 jaar (SD 5,6) bij de geïncludeerde vrouwelijke hoogleraren (p = 0,17).
Conclusie: Hoewel het percentage vrouwelijke hoogleraren sterk is gestegen ten opzichte van 2022 (van 24 naar 35%), is dit naar verhouding tot het percentage vrouwelijke psychiaters in 2024 nog steeds laag (54%) en houdt het geen gelijke tred met de stijging van het percentage vrouwelijke psychiaters. We pleiten voor diversiteit- en inclusiebevorderend beleid omdat dit leidt tot grotere kwaliteit van onderzoek en recht doet aan onze diverse patiëntenpopulatie.
Doel: In kaart brengen van 1. percentage vrouwelijke psychiater-hoogleraren binnen de psychiatrie verbonden aan een universitair medisch centrum (UMC); 2. de toename van vrouwelijke psychiater-hoogleraren over de jaren in relatie tot het aantal vrouwelijke psychiaters, en 3. een prognose schetsen voor de toekomst.
Methode: Beschrijvend onderzoek met data vanuit de NVvP en de Nederlandse UMC’s waarbij onderzoeksvragen werden beantwoord met descriptieve analyses, correlatieberekeningen met pearsoncorrelatiecoëfficient en groepsvergelijkingen met een dubbelzijdige t-toets. De resultaten werden grafisch weergegeven.
Resultaten: Van de groep van 40 psychiater-hoogleraren in UMC’s waren 14 vrouw (35%) en 26 man (65%). In een voorzichtige prognose zou het percentage vrouwelijke hoogleraren stijgen naar 43% in 2030. De gemiddelde leeftijd ten tijde van de benoeming van geïncludeerde mannelijke hoogleraren was 46,3 jaar (SD 5,4) ten opzichte van 48,9 jaar (SD 5,6) bij de geïncludeerde vrouwelijke hoogleraren (p = 0,17).
Conclusie: Hoewel het percentage vrouwelijke hoogleraren sterk is gestegen ten opzichte van 2022 (van 24 naar 35%), is dit naar verhouding tot het percentage vrouwelijke psychiaters in 2024 nog steeds laag (54%) en houdt het geen gelijke tred met de stijging van het percentage vrouwelijke psychiaters. We pleiten voor diversiteit- en inclusiebevorderend beleid omdat dit leidt tot grotere kwaliteit van onderzoek en recht doet aan onze diverse patiëntenpopulatie.
Translated title of the contribution | Cracks in the glass ceiling: An increase in female professors in psychiatry |
---|---|
Original language | Dutch |
Pages (from-to) | 89-93 |
Number of pages | 5 |
Journal | Tijdschrift voor Psychiatrie |
Volume | 67 |
Issue number | 2 |
Publication status | Published - Feb 2025 |