De Nederlandse universiteiten hebben in VSNU-verband een keurmerk opgesteld voor docenten. Deze zogeheten Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) is een bewijs van de didactische bekwaamheid van docenten in het wetenschappelijk onderwijs.
Het BKO-traject behelst een didactische ontwikkelfase op maat, afgesloten door middel van dossier-toetsing: de docent wordt begeleid, bijvoorbeeld door een senior docent en/of onderwijskundige, en leert en reflecteert in een community van docenten. De BKO biedt enerzijds uniformiteit in de competenties die academische docenten moeten behalen en de wijze waarop dit getoetst wordt. Anderzijds is er ruimte om per universiteit een specifieke invulling te kiezen en om zo optimaal aan te sluiten op het profiel van de instelling en de behoeften van opleidingen en docenten.